Het Publieke Kunst Depot

scene-3
Het afstudeerwerk aan de Technische Universiteit van Eindhoven bestaat uit twee delen. Deel één is een gezamenlijk onderzoek met als thema ‘The Ideal of Tranquility’. Hierin wordt de maakbaarheid van architectuur onderzocht. Aan de hand van uitkomsten uit dit onderzoek is het idee van een kunst depot ontstaan. Deze functie, heeft een multifunctionaliteit met een mooie combinatie tussen expressie een maakbaarheid. Door het depot ook nog eens publiek te maken wordt er naar een samenhang tussen twee contradicties gezocht, namelijk privé en publiek.

In dit ontwerp alsmede in het onderzoek worden de sleutelwoorden flexibiliteit, neutraliteit, standaardisatie en innovatie als handvatten gebruikt. Door het toepassen van een box-in-box systeem worden alle elementen die maken hebben met het opslaan van kunst op een uiterst efficiënte manier in een ontwerp toegepast.
De scheiding tussen, maar ook de combinatie van de depots en de expositieruimtes zorgen voor een optimale methode van het conserveren van kunst. Aan de andere kant wordt door het inzichtelijk maken van alle kunstgerelateerde functies, ook het toonbaar maken van de kunst gewaarborgd

De locatie van dit afstudeerproject is het Sphinx-terrein in Maastricht en kenmerkt zich door een industriële look dankzij het grote Eiffelgebouw en de grote muur om het terrein heen. Deze momenteel verlaten en als parkeerplaats gebruikte plek midden in de stad maakt deel uit van een nieuw stedenbouwkundig plan, het masterplan Belvédère. Het gebied krijgt door dit masterplan een upgrade en zorgt ervoor dat de nu lege parkeerplaats weer een actieve rol gaat spelen in Maastricht. Speerpunten van dit nieuwe gebied zijn sociaal en creatieve ontwikkelingen. Door nieuwe verbindingen te maken van oost naar west zal het Sphinx-terrein een sleutel rol gaan spelen tussen het creatieve gebied aan de west-kant en het publieke gebied aan de oost-kant, en zal het als eigen functie voornamelijk privé-gebied zijn.

Het ontwerp voor het Publieke Kunst Depot zal zich mengen in dit masterplan. Het zal als een soort overgangsgebouw fungeren tussen publiek en privé zoals het gebied ook een combinatie is tussen publiek en privé. Mede door zijn uitstraling zal het gebouw er voor zorgen dat het nu achterstallige stuk grond weer een aantrekkelijke plek in de stad wordt.

Scene-6

Het interieur van het Publieke Kunst Depot is voornamelijk gericht op de losse depots die vrij in de ruimte staan. De depots domineren het gebouw. De massiviteit die ze uitstralen door hun opbouw uit beton wordt af en toe onderbroken door grote glazen ramen die ervoor zorgen dat het publiek kan zien wat er in de depots gebeurt. Naast het materiaal beton, zijn staal en glas twee andere materialen die in elke ruimte terug komen. Het glas zorgt voor een transparantie richting buiten. Door grote glazen gevels ter plaatse van de expositieruimte, is er van buiten goed te zien wat het gebouw qua kunst te bieden heeft en wordt er van binnen een optimale lichtheid gecreëerd om de publieke kunstwerken te bekijken. Toch worden de fragiele kunstwerken niet aangetast door het vele binnentredende licht doordat ze er voldoende tegen beschermd worden door de geslotenheid van de depots. Het stalen skelet is alom aanwezig. De grote spanten zijn overal zichtbaar en benadrukken het ‘box-in-a-box’ concept. Juist deze combinatie van de drie materialen glas, beton en staal, zorgt voor een rustige uitstraling. Er wordt niet te veel toegepast, er is niks overbodig waardoor er optimale aandacht is voor de tentoongestelde en opgeslagen kunstwerken.